Waarom vieren we Heilig Avondmaal?

In het heilig Avondmaal gedenken wij hoe onze Here Jezus Christus in de wereld is gekomen om ons te verlossen. Al weldoende ging Hij rond. Hij genas de zieken en vergaf de zondaars. Hij nam ons lijden op zich. Hij werd gebonden – om ons te bevrijden. Hij werd ter dood veroordeeld, ja, tot de dood aan het kruis – om ons vrij te spreken. Aan het kruis riep Hij: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten’ – opdat wij door God aangenomen en nooit meer door Hem verlaten zouden worden.
In Christus zijn wij met God verzoend, toen Hij zei: ‘Het is volbracht.’ Hij is voor ons gestorven en begraven. Maar, op de derde dag is Hij opgewekt uit de doden. Nieuw leven heeft Hij ons gebracht. De levendmakende Geest heeft Hij ons geschonken. Door die Geest worden wij met elkaar als leden van één lichaam in liefde verbonden.
Zo nodigt Christus ons aan zijn maaltijd, een vreugdemaal! Laten wij dan samen delen in het feest dat de Heer voor ons bereid heeft. Van oost en west, van noord en zuid zullen de volken der aarde komen en aanzitten in het Koninkrijk van God, en met groot verlangen zien wij uit naar de wederkomst van Jezus Christus en naar de bruiloft van het Lam. Dan zal God zijn alles in allen. (Uit de Onderwijzing bij het Avondmaal)

Lied 388 uit Weerklank

Zoals ik ben, kom ik nabij
met niets in handen dan dat Gij
mij riep en zelf U gaf voor mij.
O Lam van God, ik kom.

Zoals ik ben, met al mijn strijd,
mijn angsten en onzekerheid,
mijn maskers en mijn ijdelheid –
O Lam van God, ik kom.

Zoals ik ben, verdoofd, verblind,
tast ik naar U, die mij bemint,
bij wie mijn ziel genezing vindt –
O lam van God, ik kom.

Zoals ik ben, ontvangt Gij mij,
reinigt, vergeeft, omarmt Gij mij,
vervult, verlicht, verwarmt Gij mij –
O Lam van God ik kom.

Zoals ik ben, in U te zijn
en Gij in mij, in brood en wijn:
uw ziel, uw levenskracht wordt mijn –
O Lam van God, ik kom.

Zoals ik ben – ja, dat ik dan
de lengte, breedte, hoogte van
uw diepe liefde vatten kan:
O Lam van God, ik kom.

Zoals ik ben: dat ik uw naam
nu al, met alle heiligen saam,
en eens ook voor uw troon beaam -
o Lam van God, ik kom.